Keuken

1. Wassen met de vaatwasser is efficiënter dan wassen met de hand. Op het label van de vaatwasser staat vaak hoe zuinig ze zijn.
2. Nieuwe vaatwassers zijn vaak een stuk zuiniger dan oude vaatwassers. Dat scheelt tot honderden liters per jaar.
3. TopTip: maak voor de kraan gebruik van een waterbesparend mondstuk of een doorstroombegrenzer.
4. Als je met de hand afwast, laat de kraan dan niet lopen. Het is zuiniger om een teil te gebruiken voor het wassen en een teil te gebruiken voor het afspoelen.
5. Laat vieze pannen eerst weken in warm water en wat sop, in plaats van ze met lopend water af te spoelen.
6. Was fruit en groenten in een teil of pan met water in plaats van deze onder een stromende kraan te spoelen.
7. Verzamel het water dat je hebt gebruikt om fruit en groenten te wassen om de planten in en rondom het huis water te geven.
8. Als je warm water nodig hebt, kun je, terwijl de kraan warm wordt, het water opvangen en gebruiken voor iets anders, bijvoorbeeld om de planten water te geven.
9. Gebruik waterrestjes van gekookte of gestoomde groenten, bijvoorbeeld om er een voedzame soep van te maken.
10. Kook voedsel in een daarvoor geschikte kookpan. Gebruik een maat die past bij het voedsel, want zo voorkom je dat je onnodig veel water gebruikt.
11. Kook voedsel in zo min mogelijk water. Zo blijven bovendien meer van de voedingsstoffen bewaard.
12. Als je ijsklontjes laat vallen, gooi deze dan niet in de gootsteen, maar leg ze in de plantenbak.
13. Gebruik geen water om voedsel te ontdooien
14. Gebruik per dag één glas water om uit te drinken. Dat scheelt met het afwassen en daarmee de waterconsumptie.
15. Zet bij het wassen van de handen de kraan niet voluit open. Nog beter is om de handen te reinigen met speciale desinfecterende doekjes.

Badkamer

16. Vervang de douchekop met een waterbesparende variant. Een douchekop met volumestroomklasse Z (de meest zuinige variant) gebruikt maximaal 6,9 liter water per minuut.
17. Installeer waterbesparende beluchters op al je kranen.
18. Douche 2 minuten per dag korter dan je gewend bent. Dat bespaart je al snel 500 liter water per maand.
19. TopTip: Douche maximaal 5 minuten per keer. Gebruik hiervoor een douchetimer om je te helpen herinneren.
20. Met douchen gebruik je minder water dan met het nemen van een bad.
21. Gebruik een thermostaatkraan die het water sneller op de gewenste temperatuur brengt.
22. Nieuwe badkuip? Kies het kleinste formaat waar je mee uit de voeten kunt. Kies bovendien voor een model met goede isolatie, zodat het water niet snel afkoelt en je niet hoeft bij te vullen.
23. Draai de kraan dicht tijdens het tandenpoetsen.
24. Zet de douche even uit als je je haar aan het wassen bent.
25. Een lek in je toilet hoor je vaak niet. Test je toilet regelmatig op lekkages.
26. Als je in bad gaat, is het zuiniger om de stop er in te doen zodra de kraan loopt, niet zodra het water warm wordt.
27. Vervang je oude WC met een waterbesparend model. Je bespaart tot 30.000 liter per jaar.
28. Koop een WC met een een dubbele doorspoelfunctie.
29. Spoel je scheermesje in een gevulde wasbak in plaats van onder een stromende kraan.
30. Gooi tissues in de prullenbak in plaats van ze door te spoelen.
31. Controleer je kranen en leidingen op lekkages. Een druppel per seconde kan 15 liter water per dag betekenen.

Wasruimte

32. Schaf een energiezuinige wasmachine aan. Het liefste een met een A-label of beter. Vaak kun je online vinden wat het waterverbruik van een apparaat is.
33. Wasmachines met een grotere inhoud zijn efficiënter dan kleinere wasmachines. Overweeg deze aan te schaf als de oude machine aan vervanging toe is.
34. Is de was niet al te vies? Sla dan een wasprogramma over of kies een energiezuinig programma.
35. Laat vieze was een tijdje weken in een emmertje met water en wasmiddel.
36. Behandel hardnekkige vlekken vooraf met de hand, bijvoorbeeld met ossengalzeep. Je hoeft dan een minder uitgebreid wasprogramma te draaien.
37. Plaats een stop in de gootsteen of het wasbakje voor zowel was- als spoelwerkzaamheden.
38. Gebruik geconcentreerde reinigingsmiddelen. Veel fabrikanten voegen expres water toe om het wasmiddel te verdunnen, zodat de consument denkt dat hij/zij meer krijgt voor zijn/haar geld.
39. Was donkere kleren in kouder water.
40. Was vaker op 30 graden als de was daarmee ook schoon wordt.
41. Kies de juiste beladingsmaten en cyclus bij het gebruik van de wasmachine en droger.
42. TopTip: probeer handdoeken langer te gebruiken. Niet alleen thuis, maar ook op vakantie.
43. Bovenkleding kun je best drie of vier dagen achter elkaar dragen. Onderkleding – behalve onderbroeken en sokken – met gemak een week. Daarmee bespaar je water bij het wassen.
44. Controleer de wasruimte op lekkages, bijvoorbeeld bij de leidingen en aansluitpunten.

Tuin

45. Als je een grote tuin hebt, kan het lonen om te investeren in een energiezuinig en waterbesparend besproeiingssysteem.
46. Leer om op efficiënte wijze om te gaan met het sproeisysteem.
47. Controleer het sproeisysteem regelmatig op lekkages of inefficiënties.
48. Besproei niet meer dan de bodem kan opnemen.
49. Besproei planten niet meer dan nodig: meer planten sterven namelijk door overbetwatering dan door droogte.
50. TopTip: besproei het gazon en de planten het liefst ‘s ochtends vroeg. Overdag verdampt veel water. ‘S avonds sproeien kan ook.
51. Langer gras kan gemakkelijker vocht vasthouden en gebruiken dan korter gras. Je hoeft dan minder te sproeien in de zomer. Pas je grasmaaier hierop aan.
52. Goed snoeien kan je planten helpen efficiënter met water om te gaan.
53. Gebruik een laag organische mulch op het oppervlak van je plantbedden om onkruidgroei te minimaliseren. Je hoeft dan minder te sproeien.
54. Belucht je gazon regelmatig. Gaten van zes centimeter zijn genoeg om water efficiënt de wortels te laten bereiken.
55. Overweeg het gazon in te perken.
56. Haal regelmatig onkruid uit je tuin. Deze slurpen het water op van de andere planten.
57. Beperk het gebruik van kunstmest, aangezien je planten dan meer water nodig hebben.
58. Zet planten in je tuin die minder water nodig hebben.
59. Gebruik een schep of ander hulpmiddel om te bepalen op welke diepte de bodem vochtig wordt. Is dit meer dan zes centimeter? Dan is het tijd om te sproeien.
60. Gebruik een regensensor om te bepalen of het nodig is om te sproeien.
61. Besproei moeilijk bereikbare plekken handmatig, in plaats van het sproeisysteem langer aan te zetten.
62. Overweeg het bijwonen van een cursus tuinieren, georganiseerd door een waterleverancier of waterschap.
63. Zorg ervoor dat je waterleidingen niet kunnen bevriezen in de winter. Dit voorkomt lekkages en dus verspilling van water.
64. Vang regenwater op in een regenton, daarmee bespaar je zeker 700 liter paar jaar. Een regenton die al het regenwater van je dak vangt, kan je tot wel 2.000 liter water per jaar besparen.

Algemeen

65. Leer kinderen om de kraan na gebruik goed dicht te draaien.
66. Deel waterbesparende initiatieven via sociale media.
67. TopTip: eet minder vlees. Voor een stuk rundvlees van 100 gram is ongeveer 1.500 liter water nodig. Voor kip 430 liter per 100 gram.
68. Let op de hoeveelheid kleren die je aanschaft. Voor de productie van een spijkerbroek is zo’n 6.000 tot 7.000 liter water nodig.
69. Probeer te matigen in het gebruiken van allerlei andere voedingsmiddelen die veel water vereisen bij de productie, zoals cashewnoten, walnoten, pinda’s en chocolade.
70. Investeer tijd of geld in een project met als doel ‘het besparen van water’.
71. Hou je waterrekening in de gaten. Een onnodig hoog verbruik kan een aanleiding zijn voor een lekkage.
72. Controleren slangen, aansluitingen en kranen regelmatig op lekkages.
73. Doe suggesties op school of op kantoor om water te besparen.
74. Spoel (klein) chemisch afval, zoals olie, medicijnen en verf niet weg, maar lever dit apart in. Het kost veel extra water om het drinkwater te reinigen.
75. Vermijd aanschaf/gebruik van speelgoed waarbij water wordt verspild.
76. Ga naar een wasstraat die zuinig omgaat met water.
77. Was je huisdier in de tuin op een plek die water nodig heeft.
78. Als je het water van je huisdier ververst, gooi het oude water dan niet weg, maar gebruik deze om de planten water te geven.
79. Zoek uit waar de hoofdkraan is, zodat je deze snel kunt dichtdraaien in het geval van een lekkage.
80. Rapporteer lekkages buitenshuis aan de gemeente.
81. Probeer water zoveel mogelijk te hergebruiken.
82. Verminder je stroomverbruik. Energiecentrales vergen veel water om te blijven draaien.

Op het werk

83. Vervang oude toiletten door waterbesparende modellen.
84. Installeer waterbesparende beluchters op alle kranen.
85. Investeer in waterbesparende oplossingen. Zeker als er in het bedrijf veel water wordt verwerkt. Soms kan het lonen een consultant in te schakelen.
86. Vervang (voor zover mogelijk) apparaten die werken op waterkoeling door apparaten die werken op luchtkoeling.
87. Stel een ideeënbus beschikbaar waar men suggesties kan aandragen om minder water te gebruiken.
88. Beloon personeel die zich actief inzetten om het watergebruik te verminderen.
89. Plaats bordjes die het besparen van water promoten.
90. Zorg ervoor dat personeel precies weet bij wie men lekkages kan melden.
91. Als er in je bedrijf veel water wordt verwerkt, loont het misschien om naar mogelijkheden te kijken om water te hergebruiken.
92. Let bij de aanschaf van nieuwe apparatuur op het waterverbruik.
93. Controleer de leidingen en aansluitingen regelmatig op lekkages.
94. Sluit water af naar ongebruikte delen van het bedrijf om lekken of ongecontroleerd gebruik te voorkomen.
95. TopTip: stel een doel op van hoeveel water je bedrijf kan besparen en plan een feest in zodra dit doel is bereikt.
96. Zorg ervoor dat het schoonmaakpersoneel efficiënt met water omgaat.
97. Vervang een waterfontein door een ander object dat minder of geen water verbruikt.
98. Laat fonteinen in en rondom je kantoorpand alleen overdag aan.
99. Bezoek een waterbeurs. Op deze beurzen wordt veel aandacht besteed aan waterbesparing.
100. Kijk of waterbesparende investeringen in aanmerking komen voor een subsidie of korting.
101. Toon de toewijding van het bedrijf aan waterbeheer en waterbesparing door middel van een beleidsverklaring. Beheer de leiding, het personeel en de middelen om de inspanning te leveren.